Is het wereldniveau te ver weg of te dichtbij?

Geschreven door:
Is het wereldniveau te ver weg of te dichtbij?

Veel ondernemingsraden vinden een Europese  ondernemingsraad al een gedoe laat staan dat zij bezig willen zijn met de wereld. Globalisering en TTIP, of het net afgesloten CETA, internationale handelsverdragen, het lijken tropische reizen die de werknemer in Nederland niet raken. Maar is dat ook zo? En wat kun je wel of niet beïnvloeden?

De wereld is onderhevig aan globalisering. Wie van reizen houdt, ondervindt een enorme eyeopener bij een kijkje in een ander land. Zeker op een ander continent en al helemaal als het gaat om arbeidsverhoudingen en medezeggenschap op werkplekken elders in de wereld. Voor vakbondsleden is toegang tot de internationale vakbondswereld een bijzondere mogelijkheid tot het bereiken van meer informatie. Internationale samenwerking binnen de vakbeweging is echter nog  toekomstmuziek en heel beperkt. Voor medezeggenschappers kan dit alleen maar geregeld worden via een wereldforum, en die zijn nog geringer in
aantal.

Doekje voor het bloeden?

Ricardo Semler uit Brazilië, eigenaar van het bedrijf Semco, de goeroe van de industriële democratie, vindt de nationale medezeggenschap in Europa een doekje voor het bloeden, met een zeer beperkte waarde en nauwelijks echte invloed. Hij heeft echt een punt met een dergelijke opmerking. Tegelijkertijd, als je in veel andere landen kijkt hoe werknemers worden behandeld en hoe weinig invloed zij hebben op het arbeidsproces en hun eigen arbeidsomstandigheden, dan kan het
in Europa – en in Nederland – beter, maar het is niet erbarmelijk. Zelfs met de beperkte wetgeving is, voor wie het spel goed leert te spelen, er veel invloed te winnen.

Wees nieuwsgierig

Dus waarom zou je je dan druk maken over andere landen waar het slecht geregeld is? Of – nog groter – je druk maken over de hele wereld en de toenemende mondialisering? Het begint met de nieuwsgierigheid van de reiziger, die wil zien, ruiken en weten wat er elders gebeurd. De reiziger maakt een plan welk land hij wil zien en waarom, welk eten hij wil proeven en welke hotspots bezocht moeten worden. De een kijkt op kaarten, leest de Lonely Planet, de ander googelt, en er is vast een slimme app die helpt.

 

De internationale invloed op jouw werkplek? Daar is geen app voor, geen Lonely Planet, en het is niet gemakkelijk om er een duidelijk beeld van te krijgen, laat staan je er een mening over te vormen. De reden om je te interesseren voor die internationale invloed is de directe invloed die uit de top van een concern op het voortbestaan van je werk wordt uitgeoefend. Hoe reis je dan door een concern, hoe vorm je een kaart (mapping)? Laten we eens kijken naar het bedrijf waar je werkt. Wie zijn de grote beïnvloeders? Wie is de grote aandeelhouder? In welk geheel van bedrijven bevindt je je? Welke doelstelling(en) heeft men? Welke reputatie heeft men? Welke resultaten boekt men?

Invloed op topniveau?

Kennis is macht. Geen totale macht, maar weten. Macht hebben betekent dat je je kunt voorbereiden en inspelen op ontwikkelingen. Recent stond er een groot artikel
in de Volkskrant over Tata Staal en de strijd in de top. Op 3 november was er een artikel over de strijd binnen Air France KLM. Wie aan de top staat bepaalt veel van het bedrijfsbeleid en niet altijd op rationele gronden. De besluiten van deze topmannen hebben directie consequenties voor de werkgelegenheid en het bedrijfsbeleid. Dat weten ze bij Tata Steel Nederland en dat weten we nog van Organon. Maar waar is de medezeggenschap op het niveau van deze topmannen? Er is geen  vertegenwoordiging van werknemers die met deze mannen overlegt. De politiek zou zich best meer in kunnen zetten om de randvoorwaarden, zoals medezeggenschap beter te verankeren in dit soort verdragen.

De vakbeweging probeert zaken te regelen door te komen tot wereldforums, maar dat gebeurt zelden en veel juridische of andere slagkracht hebben ze niet. Is dat erg?
Ik meen toch van wel, want zeker met de toenemende handelsverdragen wordt de wereldwijde besluitvorming van concerns van steeds groter belang. Het nadeel van de handelsverdragen is dat ze niet alleen bedrijven uit bepaalde landen een bevoorrechte positie geven, maar dat ze de macht van staten overstijgen.
Hoe doen ze dat? Door eigen juridische constructies  te verzinnen, die tot een soort wereldrecht leiden. Je zou verwachten dat er een speciale rechtbank bij de Verenigde Naties komt, of bij de ILO, maar dat is nu net niet het geval. Er volgt een duistere arbitrage, die nationale besluitvorming geheel buiten spel kan zetten. In die handelsverdragen is geen letter te vinden over medezeggenschap en de positie van werknemers. Een dergelijk handelsverdrag kan enorme invloed hebben op
de mogelijkheden en resultaten van het bedrijf waar je werkt. Hoe zit dat bij het bedrijf waar jij werkt? Wat merken ze van CETA bijvoorbeeld of van de Brexit? Stel deze vraag eens als medezeggenschap.

Communicatie

Ben je dan overgeleverd en kun je niets bereiken?  Moet je dan toch maar berusten in wat er zich boven je hoofd afspeelt? Dat kan. En dat is een keuze. Je kunt met de
middelen die je ter beschikking staan, wel proberen invloed uit te oefenen, zelfs bij de hoogste bazen. Het vraagt durf en zoals een reiziger zich voorbereidt op het land waar hij heen reist, moet je je dan wel verdiepen in de mensen die je wilt bereiken. Je moet je ook verdiepen in hoe jijzelf de zaken aanpakt. Je bent een Nederlander (al dan niet met een niet-westerse achtergrond) en Nederlanders communiceren op een bepaalde manier.

Onderzoek van Richard D. Lewis (When cultures collide, revised 2008) is het eerste grote onderzoek naar communicatievormen in verschillende landen gebaseerd op de landscultuur. Het is een eyeopener. Vrij vertaald schets ik het beeld voor Nederland in de figuur. Wij vinden dit logisch, denken er niet over na, maar doen de dingen zo. Andere landen kennen een heel ander systeem. Het is goed om die systemen te kennen en er rekening mee te houden wanneer je je internationale reis begint. Wat jij als normaal beschouwt, zal de ander helemaal niet normaal vinden. Wanneer je hier kennis van neemt, kun je nadenken over de vorm en inhoud van het contact dat je wilt krijgen bij de hogere bazen, waar men wel gevoelig en waar men niet gevoelig voor is. Je voorkomt door deze kennis ook misstappen als je contact zoekt met bestuurders die niet uit Nederland komen. Er schieten mij veel anekdotes te binnen over hoe communicatie mis kan lopen, door het niet begrijpen van elkaars achtergronden. Probeer maar eens een grapje te vertalen in het Japans, niet te doen. Iedere tolk kan je dit uitleggen. Of het uitleggen waarom de een het
ene bedrag verdient en de ander iets anders, van de vraag alleen al verschiet Japanse bedrijfsleiding. Maar communicatie is wel waar het begint.

Waar we goed in zijn in Nederland, is polderen. Het is een besmet woord, maar het begint bij informatie vragen en informatie verstrekken. Daar kun je een enorme opening mee creëren. Als je ervanuit gaat dat wanneer men je niet kent, men ook niet betrokken is, dan is iedere stap naar meer kennis van elkaar een stap voorwaarts. Daar begint het bouwen aan een strategie tot meer invloed in het bedrijf waar je werkt, zelfs invloed op de top, zelfs internationaal.

Publicatie datum: 01/12/2016

Het artikel werd geplaats in: OR informatie 2016 nr. 12
Ga naar OR magazine

Gerelateerd artikelen: