En wie betaalt de rekening? Over de macht van investeerders, lege winkelstraten en verhoogde werkeloosheid.
Iedereen heeft het V&D debacle in de media kunnen volgen. Wat ging er mis? Het lijkt erop dat maar één belang is gediend: dat van investeerder Sun Capital. Vakbonden, directie, werknemers en potentiële overnamekandidaten hadden het nakijken. De maatschappelijke schade wordt aan de Nederlandse maatschappij overgelaten, oftewel aan u als belastingbetaler. Had het ook anders gekund?
De commissie Tabaksblat – die in 2004 de gelijknamige gedragscode voor beursgenoteerde bedrijven opstelde – wilde dat investeerders en aandeelhouders meer zeggenschap zouden krijgen over de bedrijfsvoering, en dat is gelukt. Prima gelukt zelfs. Sun Capital doet wat veel investeerders doen; risico spreiden en een zo groot mogelijk rendement uit het bedrijf halen.
Opsplitsen
Je begint met het verwijderen van alle zekerheden – onroerend goed, machines – uit een bedrijf en brengt ze onder in een apart bedrijf. Het argument luidt: iedereen doet het zo, de accountant vindt het ook verstandiger en bij een faillissement gaat tenminste niet alles verloren. Vervolgens breng je ook het personeel onder in een apart bedrijf en de bedrijfsvoering in weer een ander bedrijf. Vakbonden, directies, medezeggenschap gaan allemaal akkoord met deze ontwikkeling. Hooguit proberen ze een paar garanties af te spreken.
Dan kan het spel beginnen. De panden kunnen voor een behoorlijk bedrag worden teruggehuurd of geleased. Personeel wordt ingehuurd en wellicht wordt er ook nog aan payrolling gedaan. Als eigenaar van de organisatie heb je natuurlijk een ijzersterke onderhandelingspositie. De directie kan niet zomaar tegen haar opdrachtgever ingaan: als ze het niet met de koers eens zijn, kunnen ze vertrekken. En de medezeggenschap mag natuurlijk niet op de stoel van de werkgever gaan zitten.
Stel nu dat het onroerend goed veel meer waard is als er appartementen in worden gebouwd in plaats van winkels. U voelt hem al, dan is er een conflict of interest tussen de verschillende bedrijven. Het belang van de eigenaren, de investeerders, is dan doorslaggevend.
De langere termijn
Wanneer gaan we kritisch kijken naar de verandering van zeggenschap in het bedrijfsleven? Naar het plaatsen van de juiste bestuurders aan de top? Veel familiebedrijven bewijzen dat het anders kan. Als medezeggenschap en directie meer strategische betrokkenheid tonen op de langere termijn, dan hoeven we als maatschappij niet langer de rekening op te pakken van lege winkelstraten en verhoogde werkeloosheid, terwijl de investeerder als een Dagobert Duck heeft geïncasseerd. Het kan echt anders!