Arbeidsverhoudingen staan als een huis?

Een huis staat of valt bij de fundering, de constructie en de functionaliteit van het bouwsel. Een huis wordt gebouwd voor de toekomst, voor veiligheid, bescherming en ook voor comfort en plezier.

Of het huis blijft staan in een storm, brand of bij veranderingen, hangt af van hoe het is gebouwd, wordt bekeken en gewaardeerd. Is het een mooi huis van een bevlogen architect, heeft het waarde, emotioneel of financieel, voor de eigenaar? Is het te gebruiken door de nieuwe bewoners? Dat is bij beschadiging of vernieling dan van doorslaggevende aard.

Laten we de voorgevel staan, passen we het huis aan met een serre of een dakkapel, of moet er in de constructie iets veranderen? Het hangt af van de wensen, verlangens en de functionaliteit, maar het kan alleen maar verbouwd, gerenoveerd, veranderd worden als de fundering aanwezig is en niet geërodeerd.

In Amsterdam staat het huis van de vakbeweging, de Burcht, gefinancierd door arme diamantwerkers uit de periode van de Industrialisatie en gebouwd vanuit het idealisme van Henri Polak. In opdracht ontworpen door een even bevlogen man, de architect Berlage. Het huis herbergt een geschiedenis van bloed, zweet en tranen, van het leggen van een fundament voor de toekomst voor vernieuwde arbeidsverhoudingen zonder uitbuiting.

Het is een parel op loopafstand van Artis, een parel die bijna niemand in Nederland kent. Het oudste vakbondsgebouw van Nederland, geschiedenis die je niet op school leert kennen, terwijl het toch aan de basis van onze moderne maatschappij en onze arbeidsverhoudingen ligt. De vakbeweging heeft het huis een beetje verloren, of verspeeld, het ligt eraan hoe je ernaar kijkt. Het is inmiddels eigendom van de vereniging Hendrick de Keyser. Alle historische informatie is in 2008 naar het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis verplaatst.[1] Er is nog een onderzoek- en documentatiecentrum van de Nederlandse vakbeweging gevestigd.

De parel die toekomstbestendigheid moest uitstralen, standvastigheid en stevigheid, is tot een onbeduidend stipje geworden in de moderne samenleving. Leden lopen momenteel de voordeur uit van de vakbeweging en niet in kleine getallen, ondanks het harde werken van veel goedbedoelde vakbondsmensen. Is er wat verspeeld of is er wat gewonnen?

Bij AVV (alternatief voor vakbond) zullen ze wellicht stellen dat er wat is verspeeld. De stevigheid lijkt een hinderpaal geworden. Martin Spanjers, met Mei Li Vos de grondlegger van AVV, kun je niet betrappen op een tekort aan betrokkenheid bij de vakbeweging, toch startte hij met AVV. Vanuit het zoeken op basis van de fundering zijn er veel nieuwe initiatieven gestart, kleinere vakbonden zoals NU91, waardoor het MACRO zicht op verbanden, ook internationaal, soms verwaterd. Als je counterpart (de werkgevers of zoals vroeger genoemd het kapitaal en nu de aandeelhouders) wel dat internationale overzicht heeft en ook agenda voert, dan is versnippering ook machtsverlies. En macht dat was waarom de vakbonden ontstonden, want die tegenmacht was nodig voor een balans, voor de geboorte van het poldermodel en stond altijd als een huis.

[1] https://www.knaw.nl/nl/instituten/iisg

 

Scroll naar boven